Jullie zijn gek

Jullie zijn Gek!

Ga je het wel redden? zegt een stemmetje in mijn hoofd, de toon van het stemmetje, lijkt op mijn zwager, mijn vriendinnen. Hoe wil je dat doen, met je baan, je gezin, met ja….
Als ik naar de kilometers kijk die ik nog te gaan heb, dan schieten de blaren op mijn voeten of zakt de moet  eh moed mij in de schoenen.
Gelukkig klinkt het aantal etappes, minder zwaar, 17 etappes, mmm dat zijn 17 dagen nog, toch?
In ons “wat enne mojjen dag” groepje is er al bijna een weekend date gepland in mei, 2 etappes.
Op weg naar werk tekst ik broer en zus, zin om te lopen?
Toeter er een aantal data bij.
Zuslief zegt 2 etappes, vrijdag?
Snel tik ik, Ja, doen we!
Broerlief, tweet, zondag?
Ik tweet terug, doen we!
Zo dat zijn al weer 5 etappes in t verschiet
‘s Avonds op de bank, Pieterpadboekje in de aanslag, maak ik de keuzes!
35 kilometer op 1 dag, dat moet lukken.
Toch?

Trein, auto, bus?
Tijd? Ons tempo is gemiddeld 5 km per uur, dat is 7 uur wandelen…?
Mmmm, gezellig, pittig? We gaan het mee maken.
Heel veel zin in ieder geval.

Vrijdag, 4 april, etappe Braamt-Zelhem & Zelhem-Vorden, Pieterpad
We kwetteren er op los in de auto, op weg naar Braamt.
Zuslief heeft gewerkt en dus kort geslapen.
We rijden Braamt in en weer uit, niet zo groot, komt hier wel een Bus?
Bij de rotonde van Braamt ontdekken we een bushalte, gelukkig.
We parkeren the white car bij het witte huus, ergens in Braamt.
Alleen voor gasten staat er, wie weet worden we dat zeg ik tegen zus, of hebben we de intentie om gasten te worden.
Het pieterpadboek in de aanslag starten we de wandeling, Braamt uit, bij de rotonde kijk ik nog snel hoe de bushalte heet.
Op de Koppel kijken we verwondert naar een rij knotwilgen en start onze fotosessie. Ga jij eens in de holle knotwilg staan, zeg ik tegen zus, O ja, maak jij een foto lacht ze en wandelt naar de wilg.
Of omstebeurt achter een wilg staan?
O ja, das ook leuk…
Na de tweede wilg, zeggen we tegelijkertijd, ja zo is het genoeg en stappen weer door.
We komen onze eerste Pieterpadtegenligger tegen.
Grote rugzak, hoedje op, vriendelijk lachend groet hij ons.
U bent al vroeg op pad, zeg ik wapperend met mijn boekje als herkenningsteken.
Welke druk heb je vraagt de man lachend ook wapperend met het boek, want er is een routewijziging.
Hij laat ons op de kaart zien waar, de routewijziging is en waar hij zijn tent had opgeslagen.
O dat zit er dus in uw rugzak.
Mag ik met u op de foto?
Ja hoor, vandaag wel, ik ben in een goede bui.
De man vraagt wat onze plannen zijn vandaag, wanneer hij het hoort zegt hij:
Jullie zijn gek! Zijn lach is even weg.
Ja, beaam ik, klopt.
Het is vakantie zegt hij, dan ga je toch op je gemak.
Jullie zijn echt gek, maar veel plezier en succes, zegt hij nu weer breed lachend en wandelt weer verder.
Wat een leuke man, kwetteren we verder op de Koppel, en missen bijna het signaal om het weiland in te duiken.
Ver voor ons spot, zus 2 wandelaars, ze zegt het is druk op het Pieterpad.
Dat wordt weer de hele dag inhalen?
Ergens bij een vervallen boerderij, met schuur en struiken zien we een man stilstaan en naar ons turen.
Mevrouw is vast aan het plassen zeg ik, en meneer houdt de wacht.
We zien hem af en toe de struiken in kijken.
Wanneer we dichterbij komen zeg ik lachend tegen de man we zullen niet kijken.
Ja en terwijl je dat zegt dat je niet gaat kijken, wat doe je dan?
Precies, mevrouw is klaar zie ik in mijn ooghoek.
Fijne dag, roept zus terwijl we ook nog een blik op de vervallen schuur werpen.
Ik heb het niet zo op schuurtjes, zegt zus, daar gebeuren rare dingen.
Komen we eigenlijk wel koffie tegen, vraagt zus zich af.
Of moeten we toch aan een thermoskannetje?
Terwijl de motregen mijn bril bedekt, blader ik in het boekje.
Op de tweede kaart komen we langs de koffie, zeg ik.
Zal wel dicht zijn, lacht zus.
Ik hoop het niet, want zien plassen, doet plassen.
Het Onland is niet dicht, heeft appelstrudel met warme vanillesaus en slagroom.
De koffie niet echt een topper hier, de Onlandse dansvloer wel, een boenende jongeman wil wel een dansje met ons wil wagen.
We duiken rap de motregen weer in en belanden via een padje langs een slotje bij het tunneltje.
Het stoepje van het tunneltje vinden wij te smal, de auto’s rijden te hard.
Opgelucht halen we adem wanneer we weer op het padje langs de A18 wandelen.
We verheugen ons op het eerste Slot, Slot Slangenburg,  wat we tegen gaan komen.
Zus is gek op kastelen, vraagt zich ook af, waarom?
Bij Slot Slangenburg knippen we er lustig op los. Ik van zus en zus van mij.
Hadden we ons rode jasje maar aan, mijmer ik.
We experimenteren met de Panorama optie, volgens ons moet het lukken om …
Wordt vervolgd, door wandelen op naar Zelhem.
Onderweg in een weiland komen we onverwachts nog een kasteel tegen, dit keer in een boom.
Klim jij er in zegt zus, maak ik een foto.
Eh, dat is mijn zin, zus…
Wandelend door een woonwijk, zien we 2 buurmannen met gereedschap op een muurtje zitten.
We lachen, de buurmannen roepen ons toe “Jullie zlachen toch niet om ons he?”
Nu ja, misschien wel een beetje, maar we ontkennen, Nee hoor roepen we terug, we vinden jullie daar zo gezellig zitten.
Waar kunnen we het beste dadelijk even neerploffen, vraag ik aan de buurmannen.
Tegenover de chinees, leggen de mannen uit.
Daar kun je heerlijk zitten en ze kijken elkaar veelbetekenend lachend aan.
Jullie lachen toch niet om ons, roepen en wuiven de buurmannen na.

We ploffen neer bij de Groes.
De zon schijnt.
Onze eerste 18 kilometer zit er op!
Nog 16 te gaan vandaag, nog 309 en ze is 50.