Kuieren, het verloop der tijd, Herman Triemstra

Kuieren en het verloop der tijd.

Hardenberg-Ommen loop ik met Herman, Sietske en Fraukje op 30 mei 2014.
Herman schrijft:

De tocht van Hardenberg naar Ommen, begon met een kopje koffie/thee op een adresje in Hardenberg… Toch wel gunstig als je zo her en der je ‘kennissen en familieleden hebt wonen.
Na de koffie pakken we de route op.

Nou dat hebben we geweten. Normaal zou je zeggen dat fietsers en voetgangers iets met elkaar hebben. Welnu vandaag bleek overduidelijk dat dit niet het geval is (een gelegenheidsrelatie). Min of meer gold hier het recht van de sterkste. Logisch normaal zijn die metalen monsters de gezamenlijke vijand, bij gebrek aan deze vijand ontstond een nieuwe situatie. Overigens vond alles plaats in een omgeving waar alleen fietsers en voetgangers elkaar konden treffen.

Onder de titel “RadFahren ohne grenzen” zijn we heel wat fietsers tegengekomen…. en dan allemaal “met zonder hulp-motor”.  Regelmatig werden we in de berm geduwd. En dan moet je weten dat we geen gebruik konden maken van een achteruitkijkspiegel. Dus inschatten wie de laatste van de groep zou zijn, was niet mogelijk. We hebben ze nog voorgesteld het volgende ritueel te hanteren:
De eerste zegt duidelijk “Fietser, ik ben de eerste” en volgende tellen gewoon door, zo kan het zijn dat na nummer tien, de volgende fietser zegt:
“Ik ben de laatste, nog een fijne dag”.
Helaas het zat er niet in. Ze gingen te snel… dat zou niet overkomen. En natuurlijk wisten wij niet op voorhand of het Duitsers waren. En ja die zouden niets van ons ritueel begrijpen. Even bekroop me gedurende de route het gevoel van die flauwe grap over het terugbrengen van de fietsen maar gelukkig kon ik me inhouden. Immers dat zou helemaal geen positieve bijdrage leveren aan de ontstane vijandige relatie.

De route die we vandaag hebben gelopen Hardenberg-Ommen, hebben we met zijn vieren gewandeld,  mijn collega (Moniek) en mijn dochters Sietske en Fraukje. Dat geeft weer een hele andere dynamiek. Maar zeker ook andere gezichtspunten.

Zo kwamen we vlak langs het geboortehuis van een van de kinderen, voldoende aanleiding terug te gaan in de tijd. Van vroeger weten we nog dat heel veel “Pieterpadders” achter ons huis langs liepen. Vaak zagen we hen als toch wel vreemde mensen. Rugzak, boekje, een lange broek, bergschoenen en de blik op oneindig. Voor ons de reden om vandaag vooral veel contact te zoeken met de mensen die we tegenkomen (we kunnen niet anders).

Terugkomend op de het verleden, viel al snel op dat mijn dochter meer had onthouden en voor de geest kon halen dan ik. “Het lijkt wel alsof je zaken uit het verleden ‘geblokt’ hebt”. Zei een van mijn dochters. Terwijl dit toch zeker niet het geval is, tenminste niet bewust. Moniek en ik keken elkaar even aan, ik zie dat het haar ook raakt. We herkennen dit, meteen wist ik dat het niet zozeer met mij te maken heeft. Als ik bij mijn moeder ben (ze is ver in de tachtig) valt mij hetzelfde op. Ook ik weet dan meer te vertellen en me te herinneren dan mijn moeder. Toch wel mooi als je je dit gaat realiseren tijdens het “pieterpadden”. In eens ga je zien dat de herinneringen uit je eigen jeugd, zich herhalen in de jeugd van je kinderen.

Zo blijkt alles zich te herhalen. We kopiëren, signaleren en laten gedrag zien wat past bij en met wie we verkeren. Konden we maar wat vaker gebruik maken van de spiegel die ons soms wordt geboden en dan zeker niet vergeten ook vooruit te kijken.

Dat is wat de vissen nu ook weer doen op de “vis-trap” bij Junne. De stuw (gemaakt door mensen handen) was voor de vissen een onneembare barrière dus is er voor de vissen een (nieuwe) voorziening gemaakt. Mensenhanden hebben opnieuw ingegrepen.

Een kleine wijziging met groot gevolg?

kuieren en het verloop der tijd

In de route die de fietsers moesten afleggen hebben we ook ingegrepen (een wijziging aangebracht). Dit door simpelweg een bordje om te draaien. Het kind in ons kwam weer naar boven.

De vraag is weten we dit na verloop van tijd nog.

Of is dit verloop aan erosie onderhevig?