Postbode Sieben

Koeien, een stier, een kneus, wind en boterhammen met kaas

Gaan we over het hek? (nog even lezen)

Mama klimt op het trappetje en slaat er één op de kont. Haha, er komt beweging in maar niet genoeg. Ze begint te poepen, de koe bedoel ik. Daar zaten we echt op te wachten. Froukje en ik staan gespannen toe te kijken, mama klimt over het trapje, praat tegen de dames en tikt ze nog een keer aan. Ja! Ze hebben ons pad vrij gemaakt. Door de blubber en de stront loopt mama naar een stukje droger land. Ook ik klim over het hek en probeer zo snel mogelijk op het droge te komen. Dan Froukje, die heeft haar New Balance schoenen aan… En iets kleinere voetjes waardoor ze zich iets minder makkelijk, met angst voor haar schoenen, naar het drogen kan manoeuvreren. Dat was lachen! We kunnen verder. Verderop in diezelfde wei staan paarden, ben ik ook zo dol op “ahum”, gelukkig mogen we die ontwijken. Had ik al gezegd dat het zonnetje scheen? Het pad ging zo dat we de donkere wolken konden ontwijken. Een heel stuk verharde weg, op zoek naar huisnummer 10. Duurt even voor je bij de buren bent, komen we achter. Gevonden, terug de natuur in. Oh en wat waait het hard, suizende oren. Bij het volgende bankje willen we even zitten en eindelijk toegeven aan de boterhammen met kaas. Die zijn die dag namelijk al meerdere malen ter sprake gekomen. Tussen de schapen, dit deel van ons pad geeft ons het gevoel dat we op Texel zijn, genieten we van onze boterhammen. Status van onze voeten, Froukje heeft een lastige sok die later nog veel lastiger wordt en ik voel een blaar op mijn rechter hak. Mijn weergevoel zegt dat we weer verder moeten. De donkere wolken halen ons in. Veeroosters, kleine bruggetjes, sluizen en een grote brug, langs het water en terug het land op. Dan begint het te spetteren, moeten we onze poncho’s tevoorschijn halen? Nee nog niet, die gedachte heeft tot nu toe geholpen. Alleen deze bui is een hele natte bui! We geven er toch maar aan toe. Regen en wind, we stijgen bijna op en mama piest in haar broek van het lachen. Wel handig dat hij over onze rugzak heen kan. Dan blijven onze schone sokken, ondergoed en pyjama droog.
Even tussendoor, met zo’n minimale bagage ben ik nog nooit op pad gegaan. Tuurlijk hadden we ook een tandenborstel en de nodige toiletartikelen bij ons. Het boekje had het over een kerkje, hier konden we niet schuilen maar de bomen bij het kerkje hebben voor een beetje beschutting gezorgd. Het voordeel van onze transparante poncho’s was dat we er doorheen konden kijken de wind blies ons namelijk bijna uit onze poncho’s.

Gelukkig het is gestopt met regenen, ben jij ook zo nat, ja vooral mijn rechter helft. We houden ze nog even aan en worden weer tussen de koeien over de veeroosters gestuurd.
‘Pas op voor de stier’, staat er op een hek, hihihi en mama heeft een rode poncho. Halverwege toch maar even de poncho’s uit. Bij een hek, zo’n hek als in Zaai met Ingrid en Irma en postbode Siemen. Tijd voor een geintje, leuke foto’s en de zelfontspanner want mama wil ook op de foto. Froukje en ik liggen dubbel, de zelfontspanner luistert niet naar mama. Best gek om iemand, eh je moeder, tegen een fototoestel te horen schreeuwen.

Zijn we er al bijna, hoe lang nog? Pffff mijn sok zit niet goed, ik heb denk ik wel zo’n grote blaar. Kijk nou even hoe ver nog! We zijn er bijnaaa maar nog niet helemaal. Het begint steeds meer op de bewoonde wereld te lijken. We wijken van de route af, op naar het hotel. Heb ik in het begin toch een klein beetje gejokt, op weg naar het hotel zijn we namelijk wel een beetje verkeerd gelopen.
Komen ze ooit in het hotel? Wordt vervolgd, nog steeds door Renee 😉